fbpx

Het weer op verschillende hoogten

De FieldMate kan de relevante informatie verschaffen zodat jij de juiste beslissingen kunt nemen over wanneer en hoe je jouw gewas het best kunt beschermen.

We weten allemaal dat het weer aan het strand ‘s zomers heel anders kan zijn dan landinwaarts. En dat de temperatuur op het platteland hoger is dan hoog in de bergen. Maar wist je ook dat de temperaturen op verschillende hoogten dichter bij de grond ook sterk kunnen verschillen? Deze verschillen op de eerste anderhalve meter boven de grond hebben een grote invloed op agronomisch vlak. De bladeren en wortels van gewassen ervaren andere condities dan die gemeten worden op standaard weerstationshoogte (150-200cm). Deze condities bepalen echter het risico op aantasting door gewasziekten en de werking van gewasbeschermingsmiddelen. Deze condities worden uiteraard gemeten met de FieldMate!

Gedurende de dag is het effect dat de energie van de zon heeft op het oppervlak van de bodem tweeledig. Enerzijds leidt het tot verdamping van water uit de bodem en transpiratie door de plant. Anderzijds om de bodem op te warmen. In een volgroeid gewas dat goed van water is voorzien, wordt het grootste deel van de energie gebruikt voor verdamping. Hoe droger de bodem echter is, hoe meer zonne-energie wordt omgezet in warmte. De warmte en de waterdamp die tijdens dit voortdurende proces vrijkomen, worden door wind en opstijging van het oppervlak naar hoger gelegen niveaus afgevoerd.

Het gevolg is dat de lucht op hogere niveaus warmer en vochtiger wordt. Als er weinig menging plaatsvindt, zullen de opgewekte warmte en het vocht dicht aan de oppervlakte blijven. Het is dan dat we relatief grote verschillen beginnen te zien tussen onze FieldMate metingen in (25cm) en boven het gewas (75cm) en op 1,5 meter. Onder winderige omstandigheden en met voldoende vochtige, volgroeide gewassen, zullen deze verschillen slechts klein zijn. Maar bij een open of klein gewas op een droge bodem bij lage windsnelheden kunnen de verticale verschillen vrij groot zijn – met een toplaag die 5°C of zelfs 10°C warmer is. In de nacht gebeurt het tegenovergestelde. Bij lage windsnelheden kan de toplaag 5°C tot 10°C kouder zijn dan op standaardhoogte en zijn er extreme stuifomstandigheden.

Je kunt je voorstellen dat dergelijke verschillen gevolgen kunnen hebben voor jouw gewasbeschermingsactiviteiten (bijv. gewasschade of een verminderde effectiviteit) of voor de inschatting van ziekterisico’s (bijv. langdurige bladnatheid). Alleen door een exact beeld te krijgen van zowel temperatuur als de vochtigheid op gewashoogte, kunnen we nauwkeurige voorspellingen doen en nauwkeurige maatregelen nemen. Dankzij de ultra-lokale metingen van de FieldMate kunnen we rekening houden met al die invloeden waar conventionele metingen alleen de algemene goed gemengde atmosferische omstandigheden vastleggen.

We hebben een verschil van 5°C genoemd. Dat betekent 5°C nauwkeuriger werken, 5°C om optimalere maatregelen te nemen en 5°C voor efficiëntere, duurzamere en rendabelere beslissingen. Alleen met nauwkeurige gegevens kunnen wij je de relevante informatie verschaffen om de juiste beslissingen te nemen over wanneer en hoe je jouw gewas het best kunt beschermen.

Latest news & updates